De Oldenburger

De Oldenburger is een oud ras uit Duitsland. De geschiedenis van de Oldenburger gaat terug op twee oude paardenrassen: de Oost-Fries en de Alt-Oldenburger. Zij werden in de afgelopen eeuwen door fokkers in de omgeving van Oost-Friesland en Oldenburg gefokt. Onder graaf Anton Günter (1583 - 1667) was de fokkerij van het Alt-Oldenburger ras op zijn hoogtepunt. 

                                 Graaf Günter op Kranich


                    Schilderij van een Alt-Oldenburger

In 1922 werd de Verband der Züchter des Oldenburger Pferdes e.V. opgericht als samenvoeging van de twee voorgaande stamboeken. Deze fokten sinds de 17de eeuw vooral zware warmbloedpaarden, die geschikt waren voor het trekwerk in de landbouw en als elegante tuigpaarden voor de koets. Door inkruising van hoog in het bloed staande rassen zoals Engels volbloed, Anglo-Arabieren en Arabieren, maar ook Hannoveranen en Holsteiner ontstond vanaf het midden van het vorige eeuw een groot, sterk gespierd en temperamentvol rijpaard. Beroemde representanten van dit ras zijn Donnerhall en Bonfire.

             Donnerhall met Karin Rehbein

De Oldenburger is een goedmoedig, energiek paard met een evenwichtig karakter. De moderne Oldenburger is zeer imposant en heeft een rustig temperament. Hij heeft een gevoelig karakter, is moedig en vriendelijk.  

Ondanks zijn hoogte is het een compact gebouwd paard met een goed skelet. Hij beschikt over een ruime borst en een sterke rug. Dankzij zijn koudbloed-voorouders is hij vroeg rijp. In algemene zin is de Oldenburger een krachtig maar elegant paard, hij heeft een krachtige goedgevormde hals en een opvallend breed, gespierd kruis.

Opbellen