EEN WEG NAAR MEER HARMONIE MET JE PAARD

Vanuit mijn liefde voor paarden richt ik me aan paardenmensen. Omdat we deze liefde delen. Omdat ik weet dat de meesten van ons oprecht het beste voor hun paard willen en een goede relatie ermee willen opbouwen. Maar soms lukt het niet de harmonie te bereiken, die we ons wensen. Want soms zitten we zonder het te beseffen onszelf - en daarmee ook ons paard - in de weg. Daardoor raakt de communicatie met ons paard verstoord wat tot misverstanden leidt. En dat schaadt het wederzijdse vertrouwen. Maar

  zonder vertrouwen is harmonie niet mogelijk

 

 ONZE VALKUILEN

Een van onze valkuilen is dat onze overtuigingen en verwachtingen onze geestelijke en daarmee ook onze lichamelijke gesteldheid sterk beïnvloeden. Zowel in de dagelijkse omgang met ons paard als ook bij de arbeid aan de hand en onder het zadel is de kans aanwezig dat we onbedoeld en onbewust door onze lichaamshouding en/of spierspanning een verkeerde boodschap aan het paard geven - denk eens aan een lichaamshouding waarmee je onbewust aarzeling of angst uitdrukt of aan door spanningen onbewust klemmende benen. Vervolgens zijn we geïrriteerd of verbaasd als het paard de leiding neemt of onder ons wegloopt. Of zien ons juist bevestigd in onze negatieve verwachting: Ik wist wel dat het niet zal lukken!   

Aan de hand van het ´placebo-effect´ wordt de enorme invloed van onze overtuigingen en verwachtingen op ons lijf wel heel duidelijk! 

zie hier een filmpje over dit effect

 

Een andere valkuil is een zekere onbetrouwbaarheid van onze waarneming. Dat kan ons nu en dan ook parten spelen in de omgang met het paard. Want we neigen ertoe de dingen zo waar te nemen dat ze overeenkomen met onze eerdere ervaringen. Dat gaat als het ware vanzelf: Ons brein maakt er een - voor ons - kloppend plaatje van. Let wel: Niet alleen bij het kijken naar een 'ongewone'  tekening maar ook als het gaat om situaties gaat ons brein er een voor ons kloppende interpretatie aan geven. En kan daarmee aardig ernaast zitten. Maar we gaan wel vanuit deze foutieve interpretatie op de situatie reageren...      


Niet alles is zoals het op de eerste blik lijkt te zijn
 

 

                                                                     

Een derde valkuil is dat we heden ten dage niet meer opgroeien met paarden en met paardenmensen om ons heen (zoals het gedurende eeuwen vanzelfsprkend was) die ons de omgang met paarden leren zodat we niet meer vertrouwt zijn met het wezen paard. Eeuwenlang was er harmonie tussen mens en paard, omdat in de gehele cultuur destijds allom paarden aanwezig waren. In steden niet minder als op het platteland, als trekpaarden op velerlei werkgebieden, lastpaarden, koetspaarden, rijpaarden, oorlogspaarden of pronkpaarden. Het grote aantal paardenrassen getuigt hiervan. Zonder paarden zou onze cultuur een hele andere ontwikkeling hebben genomen. Door de industrialisatie verdween echter de alledaagse omgang met paarden en geleidelijk aan vervreemdde de mens van het paard. En ontstonden er door gebrek aan kennis van het wezen paard problemen. Veel ruiters hebben zelf al ondervonden hoe onwetend en zelfs riskant zich fietsers en automobilisten vaak gedragen ten opzichte van paarden. Maar veelal begrijpt ook de ruiter zijn paard niet meer en het paard begrijpt daardoor de ruiter niet.


Tenslotte treffen we op een valkuil bij het kiezen van de juiste voorbeelden waaraan we ons in  het werken met het paard oriënteren en wiens kennis en kunde we overnemen. Onbetwistbaar hebben we voorbeelden en leermeesters nodig als we ons ergens in willen bekwamen. Het paardrijden kijkt terug op een geschiedenis van meer dan 2000 jaren in de loop waarvan het zich tot kunst, de rijkunst, ontwikkelde. In de renaissance en de tijd van de barok hebben leermeesters hun ervaringen en kennis neergeschreven. De weg van de klassieke rijkunst, waarin het paard wordt beschouwd als partner (wiens betrouwbaarheid en gedegen opleiding in vroegere tijden ook wel van levensbelang was) en die met respect en empathie wordt bejegend. Grootmeesters in de 19de en 20ste eeuw voegden eigen ervaringen, ideeën en nuances toe, ontwikkelden hun eigen stijl. Maar allen bleven trouw aan de opleidingsprincipes van Xenophon en onderkenden de noodzaak kennis te hebben van de biomechanica van het paard, van zijn psyche en zjn natuurlijke behoeftes. Door de eeuwen heen onstond een opleidingssysteem waarin rekening wordt gehouden met de natuurlijke aanleg van het individuele paard, zijn mentale ontwikkeling. Door een systematische en logische opbouw van dressuuroefeningen wordt gewerkt aan de gymnastisering van het individuele paard. Opdat hij gezond oud zal worden om nog tot ver achter in de 20 goed te kunnen presteren.  

”De rijkunst is bedoeld om de natuurlijke bewegingen van het paard te vervolmaken en het paard zover te brengen dat het in staat en bereid is deze bewegingen (die het paard in vrijheid uitsluitend bij emotionele opwinding zou maken) op commando van de ruiter uit te voeren"      (Gustav Steinbrech)


Ergens in de 20ste eeuw werd deze weg in de paardensport verlaten. In het regelement van de FEI is er op papier nog veel van terug te vinden, alleen wordt in de praktijk uitzondering op uitzondering stilzwijgend toegestaan of worden regels op eigen wijze geïnterpreteerd. In de paardensport gaat  heel veel geld om. Geld is de bepalende factor geworden. Time is money - hoe sneller een paard 'klaar' is om in Z te lopen hoe minder het je kost en hoe meer je daaraan verdiend. Het paard moet functioneren, is een investment- of prestigeobject. Statistisch wordt een sportpaard tegenwoordig slechts 8 jaar oud. Zelfs op nationale en internationale concoursen zie je maar weinig paarden die in losgelatenheid en met plezier lopen. Dat ze vaak achter de loodlijn zijn schijnt niemand meer op te vallen, laat staan als kardinale fout gezien te worden. Ontevreden zwiepende staarten, de rug vastgehouden. Piafferend op de voorhand. Benen die krampachtig en onnatuurlijk omhoog worden gegooid zoals een paard uit zichzelf nooit zou doen. Ruiters die achterover leunen alsof ze op een motor zitten. Die tegelijk gas geven en op de rem trappen. Duidelijk zichtbare, dus grove hulpen. Het tempo overijlt waardoor de paarden op de vlucht lijken. Strak aangetrokken teugels en van pijn open monden waarin soms een blauwe tong waar te nemen valt.

Zie je daarin harmonie? Heeft ook het paard plezier, denk je? Is dat dressuur met lichte hand? Noem je dat onzichtbare hulpen? En toch worden zulke betreurendswaardige vertoningen beloont, vallen deze ruiters en amazones in de prijzen. En winnaars halen nu eenmaal het nieuws,  zij zijn de helden van de dag en worden van velen gezien als voorbeelden.     

Welbevinden en gezondheid van het paard hoort de maatstaf te zijn  

 

                    


    

                                                                                                                                                                                            





Opbellen